Voor het digitale tijdschrift Volonté Générale schreef ik in 2013 een artikel over stress en mindfulness. Lees hieronder het volledige artikel:
Een ‘gewoon’ leven is niet meer goed genoeg. De generatie studenten van nu is steeds bezig zijn zichzelf te presenteren naar de buitenwereld. Kijk, dit heb ik gedaan. Kijk, zo goed ben ik bezig. Kijk mij succes hebben. De impliciete boodschap daarvan is dat je een beter mens bent als je het ‘beter’ doet in de maatschappij. Niets is natuurlijk minder waar. Toch? Desondanks ligt de focus steeds meer op wat je doet. En daarbij geldt: hoe meer en hoe spectaculairder, hoe beter.
Stress is taboe
Het beeld van de luie student, de ‘langstudeerder’ die jaren leeft op kosten van de maatschappij, is enorm achterhaald. Ja, natuurlijk zitten er een paar ongemotiveerde mensen tussen – die heb je overal. Maar de meeste studenten in het hoger onderwijs zijn gedreven om studiepunten te halen en hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Dat laatste gebeurt trouwens vaak ook door nevenactiviteiten. Een bestuursjaar, commissiewerk, de redactie van het studentenblad of zomaar overal wat kleine taken naast je studie zijn meer regel dan uitzondering. Soms komt daar nog een baantje bij. Als je ervan uitgaat dat een voltijdsstudie 40 uur per week kost en daarbij nog tussen de 10 en 20 uur aan ‘nuttige’ bezigheden – betaald of onbetaald – bij telt, zit je zo aan een bijna 60-urige werkweek. Hoezo luie student?
Niet gek dus dat steeds meer studenten kampen met studiestress. Toch zijn de gezondheidsproblemen die daar meer dan eens het gevolg van zijn een taboe in de jongerenwereld. Bijna iedereen heeft in meer of mindere mate wel last van studiestress (gehad), maar er wordt weinig over gesproken. Centraal in de sociale media staan immers de prestaties, de wapenfeiten, de taken die met succes zijn volbracht. Maar een like geeft nog geen levensgeluk. Dat blijkt dan ook wanneer studenten die tijdenlang op hun tenen hebben gelopen, het op een gegeven moment niet meer trekken. Overspannenheid en depressiviteit komen meer voor dan zichtbaar is. Die vicieuze cirkel kan worden doorbroken als studenten meer mindful zouden leven. Verderop in deze tekst wordt uitgelegd wat daarmee precies bedoeld wordt en hoe het studenten kan helpen. Eerst wordt nu uiteengezet wat de voornaamste oorzaken van studiestress zijn.
Externe druk
Alsof het hierboven geschetste studentenleven nog niet intensief genoeg is, doet de overheid ook een duit in het zakje. Of eigenlijk uit het zakje. Het achterhaalde beeld van luie student wordt naar voren gehaald als argument om aan te geven ‘dat het allemaal wel wat minder kan’. Het studierendement moet omhoog en daarom krijgen bachelorstudenten verplicht extra uren college per week. Daarnaast is er in het huidige financieringssysteem geen ruimte meer om te falen. Wie uitvalt omdat de studie niet aan de verwachting voldoet of wie om wat voor reden dan ook een jaar vertraging oploopt, wordt daarvoor afgestraft en moet de uitloop zelf betalen. Voor een vierjarige opleiding krijg je vier jaar studiefinanciering en geen cent meer.[1]
Nu zou dat niet zo’n probleem zijn wanneer jongeren, voordat ze beginnen aan hun studie, de tijd nemen om uit te zoeken wie ze zijn en wat ze willen in het leven, bijvoorbeeld tijdens een jaartje (of twee) op reis of werk. Maar op enkele durfallen na stroomt de massa middelbare scholieren na de examens gelijk door naar een hogeschool of universiteit. Meer dan eens wordt een studie gekozen bij gebrek aan alternatieven. Dan is het niet raar dat de uitval in het eerste jaar groot is. En ben je eenmaal aan het studeren, dan kom je allerlei problemen tegen: fysiek, mentaal, met familie of vrienden. Het is dus niet gek om half jaar uit te lopen. Die ruimte zou er moeten zijn.
Wat het verder lastig maakt om anno 2013 als student je hoofd helder te houden, is de toenemende werkloosheid onder jongeren. Bijna elke student ziet het om zich heen: veel net afgestudeerden hebben grote moeite om een baan te vinden. Velen proberen hun huur te betalen uit een callcenter-baantje of verhuizen noodgedwongen terug naar het huis van hun ouders. Daarnaast verzanden ze in moedeloosheid na tientallen – zo niet honderden – afwijzingen op sollicitaties. De huidige jeugdwerkloosheid heeft tot gevolg dat ‘gewoon je best doen’, zonder daarbij hoge toppen te bereiken, vaak niet meer genoeg is. Je valt dan simpelweg niet op in de massa; voor jou tien anderen. Dat verhoogt de druk om almaar te presteren, te proberen boven iedereen uit te stijgen – alsmede de verleiding om aan jezelf, aan je échte behoeften, voorbij te gaan.
Aandachtig worden
Studenten leren dus niet om af te bakenen: ‘zo is het genoeg’. Dat terwijl het erg belangrijk is dat je als twintiger inziet dat je een waardig mens bent, zélfs heb je geen wereldveranderende prestaties op je naam staan. I am enough, ook als je niet altijd op je tenen loopt. Wat daartoe zou helpen, is als jongeren tijdens hun opleiding wordt geleerd om wat meer mindful te zijn. Wat is mindfulness? Om maar gelijk een misverstand uit de weg te ruimen: mindful zijn betekent niet lekker op een kussentje zitten dromen en rustig worden. Mindfulness, ofwel aandachtig zijn, is een activiteit. Het doel is dan ook niet ‘je goed gaan voelen’ of ‘zen worden’, maar: aandachtig zijn. Dat je je dan – soms – inderdaad beter gaat voelen, is mooi meegenomen, maar het staat niet centraal. Het concept mindfulness is afkomstig uit het boeddhistische gedachtegoed en wordt de afgelopen jaren in toenemende mate gebruikt als therapeutische techniek in het Westen. De zogenaamde aandachttraining blijkt namelijk zeer effectief te zijn voor mensen die veel piekeren, en werkt voorts ook goed tegen depressies en burn-out. Juist daarom kan mindfulness een hulpmiddel zijn voor mensen die kampen met studiestress.
Doen en zijn
Hoe werkt mindfulness precies? Je kunt beginnen bij het erkennen van de dominante positie van het brein. Ons brein kan maar één ding: denken. In de denk-cultuur waarin wij leven is alles zo gericht op het nadenken, dat ons brein zichzelf een riante positie heeft aangemeten. Sterker nog, het heeft ons ervan overtuigd dat nadenken de énige manier is om succes te hebben – succes dat overigens door datzelfde brein als cruciaal voor levensgeluk wordt beschouwd. Nu is het wel degelijk zo dat we door na te denken veel kunnen bereiken. In ons werk hebben we veel baat bij sterke cognitieve vermogens en het is onze intelligentie die voor een groot deel bepaalt waar we terecht komen in het leven. Het is echter een misvatting dat denken de enige manier is om door het leven te gaan, en eveneens een onjuiste overtuiging dat we, door maar veel te denken en daarnaar te handelen, vanzelfsprekend ook gelukkig zullen zijn.
Hieruit kun je de les trekken dat er een onderscheid bestaat tussen jezelf en je brein. Je bént niet je denken, al willen je gedachten je dat doen geloven. Hoezo preken voor eigen parochie? Om het verschil te leren zien, kun je je ‘verstand’ een naam geven. Je weet wel, dat stemmetje dat je vertelt dat een 7 beter zou zijn dan de 6 die je daadwerkelijk voor je tentamen haalde. Het stemmetje dat jou verwijten maakt als je iets doet dat ‘niet goed’ is, het stemmetje dat je er keer op keer van overtuigt dat je het anders, beter had kunnen doen. Laat nu net dat terroriserende stemmetje de grootste belemmering voor je geluksgevoel zijn. Daarom is het belangrijk dat je dat stemmetje herkent en dat gaat het makkelijkste door hem steeds te benoemen als hij zich laat horen.[2] Je zou je stemmetje bijvoorbeeld Sjaak kunnen noemen. Sjaak is een gewiekst persoontje. Hij weet het altijd beter en heeft overal een oordeel over. Het is Sjaak die je vertelt dat je een stuk taart te veel neemt en hij zal je er ook keer op keer op wijzen dat je een luie donder bent als je even stil zit. Het gekke is dat Sjaak eigenlijk het beste met je voor heeft, maar het probleem is dat zijn oplossing altijd is om iets te gaan doen.
Bij mindfulness gaat het juist om het leren zijn. Mindfulness gaat ervan uit dat je geest twee basis-standen heeft: dedoe-stand en de zijn-stand. Je staat eigenlijk altijd automatisch afgesteld op de doe-stand. Dat betekent dat je steeds een verschil constateert tussen je huidige en gewenste toestand – je wilt iets veranderen aan jezelf. Je gaat dan analyseren, beoordelen, evalueren, oplossen, plannen, toetsen en meer van die dingen, allemaal om te zorgen dat je huidige toestand – en daarmee de ontevredenheid – verdwijnt. Zoals gezegd is de doe-stand erg nuttig bij praktische zaken, zoals op je werk. Het probleem is dat we ‘m ook gebruiken bij emotionele problemen, terwijl de doe-stand hier juist contraproductief werkt.[3]
Het alternatief is de zijn-stand. Hier gaat het om toelaten, accepteren, begrijpen en aandacht. Mindfulness beoefenen draait feitelijk om steeds actief terugschakelen naar de zijn-stand. Doordat je dit vaak oefent, wordt het een gewoonte en als je leert om bewust te schakelen tussen de standen ben je niet langer slaaf van je eigen gedachten – van Sjaak. Dat creëert meer vrijheid.
De vijf hindernissen
Zo gezegd, zo gedaan, lijkt het wellicht, maar dat valt in de praktijk vaak tegen. Elke eerste hap van je maaltijd ‘bewust’ nemen klinkt ontzettend simpel, maar voor je het weet heb je je bord leeg voordat je je de oefening herinnert. En ook als je gaat mediteren, kom je een hoop tegen. De boeddhistische traditie gaat uit van vijf hoofd-‘hindernissen’, vijf vormen van moeilijkheid die je tegen kunt komen tijdens het mediteren (en eigenlijk overal in je leven). Deze hindernissen zijn verlangen, afkeer, twijfel, onrust en slaperigheid.[4]
Tien minuten stil zitten met je aandacht bij jezelf – gedachten, gevoelens, ademhaling – zonder dat je iets wilt wegduwen of veranderen kost dus aardig wat inspanning. We zijn immers zo gewend om onprettige gevoelens te negeren of weg te stoppen. Mindfulness kan je leren met die gevoelens om te gaan door ze te accepteren; ze zijn er immers toch. Een bekende stelregel is dat ‘lijden = pijn x verzet’. Ofwel: door je te verzetten maak je het voor jezelf alleen maar erger. De pijn is er toch wel. Waarom dan niet leren die er gewoon te laten zijn?
Mindful studeren
Hoe kan mindfulness nu bijdragen aan een minder stressvol leven voor studenten? Is het niet makkelijker om gewoon in het weekend de stress weg te feesten? Wellicht. Toch is het niet voor niets dat steeds meer studenten in de knoop raken tijdens hun studie of vlak daarna.[5] Juist in drukke periodes, waarin de weken elkaar in hoog tempo opvolgen en er weinig ruimte lijkt om te ademen, is het cruciaal om te leren dat je best even stil mag staan. Of eigenlijk: stilmoet staan. Maandenlang op turbotempo rennen is uitputtend, dat houdt geen mens vol. De momenten waarop je ‘écht geen tijd hebt’ zijn juist de momenten dat je wel zo’n adempauze kunt gebruiken. Dan kunnen mindfulness-oefeningen helpen om uit je hoofd, uit de doe-modus en meer ‘in je lichaam’ en bij je gevoel te komen.[6] Zodat je af en toe even met beide benen op de grond kunt komen en je weer realiseert: een gewoon leven is wel degelijk goed genoeg.
[1] Het leenstelsel, dat de overheid voornemens is in te voeren vanaf collegejaar 2014-2015, is hier niet in acht genomen omdat de geschetste problemen gevolg zijn van het huidige beleid.
[2] Dit idee komt van psycholoog drs. Gijs Jansen. Jansen geeft trainingen volgens de zogenaamde Acceptance and Commitment Therapy (ACT), waarin mindfulness een belangrijke rol speelt, en is daarnaast verbonden aan de Radboud Universiteit. Zie voor meer informatie http://www.denkwatjewilt.nl (geraadpleegd 22 augustus 2013).
[3] Zie voor meer informatie hierover: Ger Schurink, Mindfulness: een praktische training in het omgaan met gevoelens en gedachten (2009).
[4] Zie voor meer informatie over de vijf hindernissen: Frits Koster, Basisprincipes Vipassana-meditatie: mindfulness als weg naar bevrijdend inzicht (2008).
[5] Kijktips: VPRO Thema De BV ik (Uitzending Gemist), 3Doc 3 januari 2013 (Uitzending Gemist), 3Doc 19 november 2011 (Uitzending Gemist).
[6] Kijk voor korte, toegankelijke mindfulness-oefeningen in mp3-formaat op: http://www.mbcttrainingen.nl/audiobestanden.html (geraadpleegd 22 augustus 2013).